Een vetpercentage van 7 procent heeft in de sportschool een soort mythische status verkregen. Veel kracht- en cardiosporters zijn obsessief bezig om dat haast onmogelijke vetpercentage te behalen. In deze blog leggen wij uit waarom het behalen van een vetpercentage van 7 procent voor de meeste mensen mythisch zal blijven en eigenlijk helemaal niet zo voor de hand ligt.

Geen lichaam is hetzelfde

Natuurlijk, overgewicht is ongezond. Daar hoeft geen discussie over gevoerd te worden. De discussie die wel steeds vaker gevoerd wordt, is om gezond gedrag te belonen. Die beloning zou dan bestaan op een korting op de zorgverzekering. Politici en zorgverzekeraars willen roken en overgewicht bestrijden op alle mogelijke manieren. Het goedkoper maken van de zorgverzekering voor gezonde mensen is er daar één van. Of juist het duurder maken van de zorgverzekering voor mensen met een ongezonde levensstijl. Er is dan ook niks mis mee om jezelf af te beulen in de sportschool om slank en gezond te blijven. Het wordt pas problematisch als het behalen van een vetpercentage van 7 procent een doel op zich wordt. Niet iedereen heeft simpelweg de genen om dit lage vetpercentage te behalen. Het ene lichaam is nu eenmaal gezegend met meer aanleg voor een slank figuur.

Het misverstand over een laag vetpercentage

Het grootste misverstand in sportscholen is dat het idee is gaan heersen dat een gezond vetpercentage zich onder de 10 procent bevindt. De werkelijke reden om keihard te trainen voor dat lage vetpercentage is om de ultieme sixpack te creëren. Weinig vet in je lijf betekent weinig tot geen vet op je buik waardoor de strakke buikspieren goed zichtbaar worden. Alleen, niet iedereen heeft de lichaamsbouw voor die ultieme sixpack. Voor mensen met de leeftijd tussen de 20 en 39 jaar mag het vetpercentage zich tussen de 8 en 20 procent bevinden. Voor mensen die de leeftijd hebben tussen de 40 en 59 jaar mag het vetpercentage zelfs nog wat hoger zijn, tussen de 11 en 22 procent. Helaas is in de loop der jaren in sportscholen het idee ontstaan dat een laag vetpercentage synoniem is voor een gezond lichaam.

Elk lijf een eigen vetpercentage

Iemand die bij de geboorte is gezegend met een slank lichaam heeft als jongvolwassene alsnog een vetpercentage nodig van minstens 8 procent voor een gezond lichaam. De consequenties voor die slanke den van het verlagen van zijn vetpercentage met die ene procent zijn niet heel noemenswaardig. Dat wordt anders als de spreekwoordelijke reus met de zware botten het vetpercentage van 7 procent wil bereiken. Deze mensen hebben veelal een vetpercentage dat schommelt tussen de 15-20 procent. Wat geen enkel probleem is en voor hun lichaam een heel gezond vetpercentage is. Wanneer deze mensen obsessief gaan trainen om dat lage vetpercentage te behalen, leidt dat tot het plegen van roofbouw op het lichaam. Met alle gevolgen van dien. Helaas is niet elk lichaam geschikt om een uithangbord te zijn van een strakke, goedgevormde sixpack. Hier kun je het vetpercentage uitrekenen dat voor jouw lichaam normaal is.