Fruit is gezond. Het eten van fruit levert je meer vitamines dan de meeste groenten. Toch kan fruit ook negatieve effecten hebben. Zeker voor suikerpatiënten.

Meer dan 1,1 miljoen mensen in Nederland hebben diabetes type 2. Daarnaast zijn er ook nog veel prediabetes waarvan een deel niet weet dat ze dit hebben. Omdat je prediabetes en diabetes 2 met een goed dieet en voldoende beweging weer kunt omdraaien naar ziektevrijleven, is het dus goed om te weten welk fruit goed voor je is en wat je beter kunt laten staan.

Verwerken van (fruit) suikers

Bij diabetes type 2 heeft je lichaam moeite met het verwerken van suikers waardoor er meer suikers (insuline) in je bloed achterblijft. Omdat je bloed door je hele lichaam gaat, richt het suikerrijke bloed schade aan. Dat kan dus bij je nieren zijn maar ook je ogen. Hoe minder suiker je eet, hoe minder last je dus krijgt van een hoge bloedsuikerspiegel.

Ook in fruit zit (veel) suiker. Door verstandig te kiezen welke fruitsoorten je wel en niet eet, heb je zelf in de hand hoeveel suiker je binnenkrijgt. In elk geval kunnen we je al melden dat je vruchtensappen beter kunt laten staan. Net als gedroogd fruit. Gedroogde vijgen klinken bijvoorbeeld gezond maar wist je dat ze 54% suiker bevatten?

Vezels

Nog een basisregel is dat fruit dat je rauw eet en “direct van de boom of plant”, altijd beter is dan fruit dat bewerkt is. Bijna altijd zijn hier namelijk suikers aan toegevoegd. Toch is echt vers fruit wel gezond. Dat komt omdat fruit ook vezels bevat. Deze vezels vertragen de opname van de maaginhoud waardoor je suikers langzamer in je bloedbaan terecht komen. Hierdoor krijgt je bloedsuikerspiegel geen piek en blijft deze veel gelijkmatiger. Vezels geven je ook een voller gevoel waardoor je minder gaat eten. Je (over)gewicht neemt hierdoor af waardoor de insuline beter werkt en je bloedsuikerwaarde stabieler blijft. Vezels herken je gemakkelijk omdat het eten is waar je langer op moet kauwen.

Variëren

Elke dag hetzelfde eten is ook niet goed voor je. Zelfs niet als het om gezonde dingen zoals fruit gaat. Dat komt omdat je hersenen er aan gewend raken. Daardoor krijg je zin om er elke dag een beetje meer van te gaan eten. Elke dag een ander soort fruit kiezen is beter dus. Maar als je elke dag wat anders moet kiezen, is het wel fijn om wat meer gezonde fruitsoorten op je lijstje te hebben. Dus welk fruit mag je eten bij diabetes type 2?

Appels, groene bananen en mango’s

Hoewel veel mensen appels eten, is dit niet het beste fruit als je minder suiker wil binnen krijgen (13 gram per 100 gram). Ook bevatten appels niet zo veel vezels. Eet je toch appels kies dan een zurige variant met een wat dikkere schil. Bananen bevatten ook weinig vezels en veel suikers. Vooral als ze rijp zijn. Eet je een banaan die maar net rijp is, dan heeft deze iets meer vezels. Hetzelfde geldt voor mango’s. Rijp hebben ze veel suikers en weinig vezels. Een groene mango (met wat azijn en zout een veel gegeten snack in Zuid-Amerika) is een goed alternatief.

Blauwe bessen, frambozen, bosbessen en cranberry

Allemaal een goede keuze en erg lekker. Het liefst vers maar bevroren kan ook. De natuurlijke kleurstoffen (antioxidanten) in blauwe bessen zijn ook nog eens heel goed voor je lijf. En de stofjes in Cranberry bessen werken ontstekingsremmend. Dit geldt natuurlijk niet voor gedroogde cranberry’s.

Kiwi, sinaasappel

Het beste kies je een zure kiwi, die heeft minder suiker. Met dezelfde hoeveelheid suiker maar veel meer vezels, zijn sinaasappels veel gezinder. Maar niet uitpersen… zo opeten.